In the context of creating a character based on a human trait, I chose Greed.
Emperor Willick van Meeristein is my interpretation on this trait.
Beneath are several illustrations to further explain this character.
(This project was made in Dutch and is explained overhere in English.)
Confiscation Day - (Confiscatiedag)
The Emperors favorite day of the month. Upon this glorious day the citizens of
More-,more-, and Moristein are forced to pay their taxes personally to the Emperor.
National Curency
One-hundred Empire Formee - (Honderd Rijksvoormeij)
Thousand Empire Formee - (Duizend Rijksvoormeij)
One-hundred thousand Empire Formee - (Honderdduizend Rijksvoormeij)
One-million Empire Formee - (Miljoen Rijksvoormeij)
Imperial Housing
Emperor Willick is in possession of many palaces and castles spread around the Empire.
Willick van Meeristein's Imperial Palace No. 17. Build in 1849, Willicksburg.
Map of More-, more-, and Moristein (Meer-, meer-, en Meeristein)
Over the course of many years Emperor Willick was able to conquer the entire globe.
As World domination is the ultimate form of greed.
Background Story
Below you are able to read (in Dutch) the story of Emperor Willick van Meeristein.
Er was eens een land zo rijk en zo machtig.
Ieder paleis kolossaal, ieder kasteel ó zo prachtig.
Beheerst door een keizer, zo vals en gemeen.
Hield alles voor zichzelf, en voor hem alleen.
Maar hoe is dit gekomen, zo hebberig als een beest?
Is hij dit geworden, of is hij altijd zo geweest?
Ze zeggen, zijn ouders, voormalige heersers van het land.
Hadden geen aandacht voor hun zoon, wat zorgde voor een achterstand.
Ter compensatie kreeg hij lakeien, die hem gaven wat hij wou.
Daardoor raakte hij verwend, en werd hij duister, sluw en grauw.
Toen zijn ouders overleden, kwam alles onder zijn bestuur.
En dus een grootmacht was geboren, nu begon zijn dictatuur.
“Ik wil alles hebben!” Zei de keizer vaak hardop.
“En wie mij zal blokkeren, word veroordeeld tot de strop!”
“Wat ik wil, zal ik krijgen!” klonk het door straten voort.
“Ieder ding, en ieder land, van het zuiden tot aan noord!”
Jaren gingen voorbij en het rijk groeide in formaat.
Maar niemand durfde zich te verzetten tegen de krachten van de staat.
Totdat op een zondagmorgen, rond een uur of half elf.
Zich een onderdaan deed melde met iets voor de keizer zelf.
“Uwe hoogheid.” Zei de man. “Ik heb iets wat u nog niet heeft.”
“Onmogelijk!” Riep de keizer. “Een uitspraak ronduit onbeleefd!”
“Ik heb alles in dit leven, de gehele wereld is van mij!”
“Dus zeg mij wat het is, anders zijn jouw dagen snel voorbij!”
“U heeft gelijk, u heeft echt alles, of nou… eigenlijk bijna.”
“Want wat komt er na dit leven, heeft u gedacht aan het hierna?”
“Maar natuurlijk!” Riep de keizer. “De hemelpoort is wat ik wil!”
“Maar hoe ga ik daar geraken?” En heel even was het stil.
“Slechts één kogel is er nodig, geschoten door uw machtig hoofd.”
“Dan zal de hemel zich snel voordoen, een nieuwe wereld als beloofd.”
“Ja!” Zei de keizer. “Een nieuwe wereld wil ik wel!”
Maar na het schot kreeg hij iets anders. Want hij belandde in de hel.
